105
den Rijks-accijns op het gemaal, ten voor-
van den prijs door de inge-
en hebben daarom het
van het reglement, de
Nieuwe verordeningen op het bakken en verkoopen van
broodzijn voor onze Gemeente niet gevorderd geworden
de bestaande verordeningen werken zeer doelmatig.
Omtrent de werking der verordeningen op de botervaten
is ons niets ongunstigs bekend; uit de omstandigheid, dat
op dit punt geene overtredingen zijn geconstateerd geworden
mogen wij afleiden, dat die werking voldoende is geweest.
de opheffing van
deele te moeten doen strekken
zetenen voor dat voedsel te betalen,
bedrag, waarop, ingevolge art. 21
spaarkas begint te werken, tegen 1". January 1856 met 2
cents voor het tarwebrood, en 1 cent voor het roggebrood
verlaagdwat hieromtrent later heeft plaats gehadis U
bekend en behoort tot het Verslag over het volgende jaar.
En hiermede hebben wij de lijst der verschillende onder
werpen, die betrekking hebben op het beheer der Gemeente,
afgeloopen en U, zoo veel ons mogelijk was, een helder
inzien gegevenin alles wat voor haar gewigtig is en in
vloed op hare welvaart kon uitoefenen. Nu die taak ten
einde gebragt is, vragen wij ons zelve af, welke de alge-
meene indruk van ons Verslag ten aanzien van den toestand
der Gemeente kan zijn
Die indruk mag geene ongunstige wezen, al was de scha
duwzijde van tijd tot tijd donker, want wij hadden toch ook
in veel zegenin betrekkelijk veel welvaarten vooral in
veel bewaring te roemen.
Dankbaar erkenne de Gemeente het daarom, dat een jaar
van veel moeijelijkheden en bezwaren haar niet meer in bloei
heeft doen achteruit gaan; dat bij den kamp tegen duurte
e.
VERDERE PUNTEN IN VERBAND MET DEN HANDEL.