1'.
5".
2”.
3’.
4".
6'.
Ten aanzien der overige Gemeente-ambtenaren en bedien
den mogen wij verwijzen naar de hier achtergevoegde tabel A,
waarbij nominaal die opgave wordt gedaan, omdat de per
soonlijke opgave den omvang te veel zoude doen vergrooten,
betrekkelijk zonder nuttigheid.
PLAATSELIJKE VERORDENINGEN.
Door den Gemeenteraad werden gedurende het afgeloopen
jaar 1855 vastgesteld, en in werking gebragt de navolgende
verordeningen
Verordening op buskruid enz., vastgesteld in de
Vergadering van den löden January en afgekondigd
den Isten February 1855.
Verordening op het Burgerlijk Armbestuur, vastge
steld den 13den Maart 1855.
Verordening op het verleenen van pensioenen en wacht
gelden aan Gemeente-ambtenaren en bedienden, vast
gesteld in de Vergadering van den Sisten Maart 1855.
Verordening, betrekkelijk het ophalen van asch en
vuilnis te 's Gravenhagevastgesteld in de Vergade
ring van den 26sten Junij en afgekondigd den 26sten
Julij daaraanvolgende.
Verordening, rakende den Waterstaat van dat gedeelte
van den Veenpolder onder Haag-Ambacht, hetwelk
bij acte van den 30sten Junij 1854 door het bestuur
van dien polder in beheer en toezigt aan het Ge
meentebestuur van 's Gravenhage is overgedragen
zijnde deze verordening vastgesteld den 6den Junij
en afgekondigd den 26sten Julij 1855.
Verordening, houdende wijziging van de verordening
rakende den Waterstaat van den Veenpolder onder
Haag-Ambacht, vastgesteld den llden December 1855,
doch eerst afgekondigd den 7den Januari) 1856.
(Men acht de opname dezer verordening in dit verslag noodzake
lijk, omdat zij behoort bij die, onder 5 vermeld, en eene af
scheiding dezer twee stukken in lateien tijd welligt moeijclijkheden
zou opleveren.)