21 voor de belastingen, als de discussiën over dit onderwerp in den Gemeenteraad gehouden, zijn belangrijk en leveren het bewijs, dat, zoo al verschil van gevoelen over deze aangelegenheid zeer duidelijk zich kenmerkte en uitsprak aller doel toch hetzelfde was, en het verschil alzoo slechts liep over de middelendie aangewend moesten worden om dat doel te bereiken. Het eindbesluit in deze is geweest, de voortzetting der heffing op het gemaal als eigen middel tot dezelfde hoogte, als waarop vroeger de opcenten op de Rijksbelasting stonden en zulks voorloopig voor het jaar 1856. In wezen is de zaak alzoo geheel gebleven als zij was in vorm alleen is zij veranderden wanneer wij nagaan wat de eerste maanden van 1856, die als het ware als eene proeve zijn te beschouwen, hebben opgeleverd, dan gelooven wij, dat de zaak door den vorm niet heeft verloren. De Commissie voor de belastingen heeft evenwel gemeend en door cijfers bewezen, dat daarmede alleen de behoeften der dienst van 1856 niet waren gedekt, en dat dus in die behoeften nog op eene andere wijze moest worden voorzien. Ten gevolge daarvan heeft de Raad in zijne vergadering van den 25sten September 1855 bepaald, dat, te beginnen met 1856, eene belasting op den wijn zoude worden inge voerd ten bedrage van 12 per vat, terwijl in de bepalin gen der verordening voor de heffing opgenomen is, dat alle wijn, kunstwijn enz., onder deze belasting begrepen zoude wezen. Door het uitblijven der hoogere goedkeuring op deze belasting, is zij evenwel tot nog toe niet in werking gebragt, en zal zij dus in elk geval slechts voor 1856 ten deele voldoen aan de bedoeling, waarmede zij was verordend. Hoe het zij, met het jaar 1856 is de overgangsperiode voor de Gemeentebelastingen geëindigden dan zal een vast stelsel in de plaats treden van hetgeen men nu als het ware tot behulp heeft ingevoerd. De hieromtrent te nemen beslissing zullen wij niet voor- uitloopen en herinneren alleen, als in het voorbijgaan, dat het door den Gemeenteraad ingediend verzoek aan den Ko-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1855 | | pagina 22