47 De bijzonderheden betrekkelijk de bewaarscholen zijn op genomen in de tabel, welke als bijlage letter O achter het verslag is gevoegd. De Gemeente-bewaarscholen (twee alhier en eene te Sclie- veningen) zijn in eenen voldoenden staat, zoowel ten aan zien van het onderwijs als van de localiteit en de hulp middelen. Over het algemeen moeten wij erkennen, dat evenmin hier als te Sckeveningen de bestaande bewaarscholen aan de be- als de onderwijzerswoningenmeest allen in eenen zeer vol doenden toestand verkeeren. Aanbouw, vernieuwingen en verbetering werd daaraan niet gevorderdof waar het vereischt werd, zoo als bij het school- locaal op den Denneweg, heeft die nog moeten uitgesteld wordenomdat ons de middelen ontbrakende gewenschte verbetering op eene doeltreffende wijze ten uitvoer te leggen. In het cijfer der leerlingen is het verschil met het vorig jaar niet noemenswaardig; alleen bij de school voor minver mogenden in de Jufvrouw Idastraat is dat getal sterk toe genomen: wij mogen die school, welke van tijd tot tijd was verminderd en eindelijk zoude te niet zijn gegaan, door de verplaatsing, vernieuwde inrigting en jeugdige leiding als gered beschouwen, en achten ons gelukkig over haren bloei. Het personeel der onderwijzers en ondermeesters heeft weinig verandering ondergaan; alle reden hebben wij ons te beroemen over de bekwaamheden, den ijver en de pligtsbe- trachting dezer Gemeente-ambtenaren. Daaruit vloeit reeds van zelve voort, dat de vruchten van hunnen arbeid gunstig en voordeelig zijn, en wij mogten dan ook met genoegen bespeuren, dat de Plaatselijke School commissie, die over alle scholen toezigt houdt, maar toch meer bepaaldelijk zich de openbare scholen aantrekt, ver klaart, dat het onderwijs op deze scholen voortreffelijk ja uitmuntend mag heeten. b. SCHOLEN VAN bijzondehen aakd en strekking.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1855 | | pagina 48