6 I
H O O F D S T U K
X.
Armwezen.
beschou-
leidt,
bepaald
gemakkelijke taak, telken jare op nieuw eene
over den toestand der armoede in de
een en
en vervolgens om-
arme,
zonder dat daarom in den toestand zelve nog verandering
is gekomen.
De orde, die wij in het vorig Verslag bij onze
wing volgden, nemen wij ook nu aan, daar die ons
om door de mededeeling onzer gedachten tot een
gevoelen omtrent deze aangelegenheid te komen.
In de eerste plaats trachten wij dan den toestand te lee-
ren kennen van onze eigene Gemeente-armenen wij herin
neren al dadelijk, dat wij die dit jaar beter hebben kunnen
betrachten dan vroeger, omdat met 1855 de scheiding tus-
schen de Gemeente- en de Diaconie-armen van Scheveningen
heeft plaats gehad en dus ook daar een zuiver Gemeente-
armenbestuur werd gevestigd en heeft werkzaam geweest.
De invloed van die scheiding, waarbij als beginsel op den
voorgrond heeft gestaan, dat onze armen J en de Diaconie-
armen 1 van het geheel uitmaaktenheeft volgens onze
meening gunstig gewerktde begrooting over 1855 gaf aan
de Hervormde Diaconie te Scheveningen eene subsidie van
ƒ5760, waarvan zij natuurlijk geheel heeft gebruik gemaakt, en
zij stond voor de Gemeente-armen een bedrag van ƒ13,000
toedoch dit bedrag is niet ten volle besteeden zulks
niettegenstaande de nawinter van 1855 langdurig en ge-
Het is geene
beschouwing te geven
Gemeente, vooreerst omdat de statistieke opgaven, waarop
ons oordeel berusten moet, met al hare waarde, met al hare
nuttigheid, dikwijls geheel alleen laten staan of op
verkeerden weg van redenering brengen
dat allerlei omstandigheden invloed uitoefenen op den
het voor den wetenschappel ij ken man een bron van onder
zoek kan uitmakenen tevens het genot van een bezoek
alhier voor den geleerden vreemdeling verhoogen kan.