95
i
van onverschillig-
voorbehoudende
de bevoegdheid
beschouwen mogen wij niet onopgemerkt laten voorbijgaan
de bezwaren en klagtenwelke de Kamer van Koophandel
regtstreeks van eenige fabrieken heeft ontvangen en die zij
gemeend heeft in originali aan ons te moeten overleggen.
Zij bevatten het betoog der behoefte aan afschaffing van
den accijns op de brandstoffen, aan vrijdom van dien
op de dranken voor chemicalia aan betere toepassing van
het reglement op het haven- en kadengeldten aanzien van
de vaart in en om de slooten van het ’s Gravenhaagsche
Boschen van die naar de Haagwoning gelegen aan de
Beeklaan, aan inkomende regten op den invoer van tras-
en pleisterw’erken in ons land enz.
Bovendien spreekt de Kamer zelve van het wenschelijke,
om de eigen belasting op het Gemaal niet te behouden
voor welk gevoelen zij onderscheidene gronden aanhaalt.
Het zoude ons moeijelijk vallen en ook hier de plaats
niet zijn, om deze bezwaren allen op dit oogenblik te be
handelen wij hebben ze nu ook slechts aangegevenom er
U mede bekend te maken en den schijn
heid ten dezen aanzien te vermijden, ons
om het een en ander, voor zooveel het van
der Gemeentebesturen is, later te overwegen en af te doen.
Alsnu overgaande tot de beschouwing van die inrigtin-
gen, welke, in onze Gemeente gevestigd, tot handel en
nijverheid in een naauw verband staan, bepalen wij Uwe
aandacht allereerst op de vereeniging tot bevordering van
handwerk- en fabrieknijverheiddie, met jeugdige kracht
werkzaam, zich zeer gunstig ontwikkelt en aan alle kanten
nuttig naar buiten werkt.
Haar danken wij de Industrieschool, wier nuttigheid door
niemand ontkend zal worden; aan haar is men het in het
leven roepen eener leesinrigting voor handwerks- en werklie-
lieden verschuldigd; zij is het, die door nuttige voordrag-
ten, doelmatige zamensprekingenhet geven van scheikun
dige proeven en wat niet al den geest van dén fabriekant,
den werkbaas en den belangstellende in nijverheid tot on
derzoek en nasporing opwekt, en die geene pogingen onbe-
'Li