104 de heffing 2°. 1°. De heffing ten behoeve der Spaarkas ter voorziening in buitengewone duurte van het brood, ad 75 cents van het mud tarwe en 50 cents van het mud rogge, toegestaan bij art. 1 van het reglement op de bijeen- brenging en het beheer dier kas, goedgekeurd bij ’sKonings besluit van den 21sten November 1828, 11". 25, is vervallen en Het gedachte reglement wordt, zoo voor als voor de uitkeering, ingetrokken; terwijl de beschikking over het resterende kapitaal, groot f 256,000 21 pCt. Inschrijving op het Grootboek der Natio nale Werkelijke Schuld tot later werd verschoven. Alzoo werd uit noodzakelijkheid, gelijktijdig met de afschaffing der brood zetting, een einde gemaakt aan het behoud eener Spaarkas ter voorziening in buitengewone duurte van het brood, op den voet van het Reglement van den 29sten December 1828. Wij gevoelen ons gedrongen hier nog eens hulde te doen aan de nuttige en weldadige strekking dier Spaarkas, waarvan de meenten, maar werd aan den anderen kant ook aanmerkelijk gemakkelijk gemaakt door den toestand der spaarkas, ter voorziening in buitengewone duurte van het brood. Zoo het aanwezen dier kas toch vroeger eene afschaffing der brood zetting zoo niet belette dan toch bemoeijelijkte, terwijl die gedurende den tijd der uitkeeringen uit de Spaarkas eene stellige onmogelijkheid was gebleken te zijnnu stonden die uitkeeringen, welke van den 3den October 1853 tot den 17den November 1856 onafgebroken hadden voortgeduurd, geheel stil en de staat der kas was te uitgeput, om haar aan nieuwe uitkeeringen op den gewonen voet te mogen blootstellen, vervallende alle denkbeeld van aanvulling met het oog op het reglement, in verband met de bepalingen der Gemeentewet. Daarom werd tevens de zaak der Spaar kas voorloopig geregeld door de twee volgende punten van hetzelfde besluit:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 104