13 HOOFDSTUK IV. Geldmiddelen GEWONE EN BUITENGEWONE ONTVANGSTEN. a. 69,899.36 78,690.97 56,543.83 Transporters f 114,196.52 Eigen middel op het geslagt f h den turf - n de steenko len- Directe belastingen Opcenten op ’s Rijks directe belastingenf 23,599.76 b. Belastingen op voorwerpen van ver bruik, waarop 's Rijks belasting wordt gekeven Opc. op het geslagt. f n n n binnenl. ge- disteleerd. - n buitenl. ge- disteleerd. - 6,243.754 - 154,834.084 11,307.61 46,345.08 de mededeeling bij, dat hare inkomsten in 1856 weder verre beneden die in 1855 zijn geblevenzonder dat het ons mogelijk is daarvoor bepaalde oorzaken aan te wijzen, om dat wij de overtuiging bezitten dat evenmin op de inrigting als op de bediening gegronde aanmerkingen te maken zijn. De beslissing omtrent de voordragt van den Gemeenteraad tot heffing der begrafenisregten, zoo als die is vastgesteld in verband met art. 254 van de Gemeentewet, werd bij Koninklijk besluit van den 21sten December 1856, n°. 31, verdaagd tot aan het einde van Junij dezes jaars. Tot zoo lang blijven dus de bestaande verordeningen, zoo wel op de heffing der regtenals op het toezigt over de dienst der begraafplaatsen in werking.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 13