19 I uitgaven was 1856 niet meer opzigte doen zal; maar men betaalt op rekening zoo veel men noodzakelijk acht en daarom werd nu reeds gestort eene som van f 10,500; In 1856 werd over het geheele jaar eene verhoo- ging van verplegingskosten in het gesticht voor krankzinnigen betaald, terwijl die in 1855 slechts over de laatste zes maanden werd gevorderd; van daar eene vermeerdering van het bedrag dier kosten; Even als in het vorig jaar werden de geldelijke subsidiën aan de Armbesturen weder belangrijk ver minderd; de Portugeesch Israëlitische Gemeente deed geheel afstand van subsidie en van die der andere Gemeenten werd eene korting gedaan, naar gelange zij daarvoor aan den Raad vatbaar toeschenen; Voor de spijsuitdeeling werd minder uitgegeven, door het voldoen aan des Raads verlangen tot het daarstellen van verband tusschen die uitdeeling alhier en te Scheveningen', Aan de gast- en ziekenhuizen werd over 1856 f 1200 minder uitbetaald dan in 1855, waarschijn lijk ten gevolge van een lager cijfer van verpleegden over dat tijdvak; De uitgave voor het winterwerk heeft minder be dragen, alleen omdat de begrooting minder toestond, want men moet erkennen, dat ten aanzien van dezen post de tering geheel naar de nering moet worden gesteld, omdat altijd nog veel meer personen zonder hulp moeten blijven, dan wij in de gelegenheid zijn met eene betrekkelijk geringe som in het w'erk te kunnen stellen. 4’. Voor onvoorziene uitgaven was in 1855 eene be langrijke som, in 1856 niet meer dan f 1500 be schikbaar gestelddie natuurlijk ook geheel is ver-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 19