21 De geraamde ontvang voor 1856 was. f 733,267.97 De wezenlijke ontvang tot 1 April is ge weest- 773,793.78* Waaronder begrepen is het batig saldo der rekening van 1855 ad f 30,460.52|. Alzoo meerder f 40,525.81 De geraamde uitgaaf wasf 733,246.28 De wezenlijke uitgaaf tot 1 April heeft bedragen- 740,183.321 Alzoo meerder f 6,937.04^ Wezenlijke ontvang773,793.78g Wezenlijke uitgaaf- 740,183.324 Batig slot 33,610.46 Men verlieze hierbij evenwel niet uit het oog, dat dit de wezenlijkheid was op den 1 April en dat in die cijfers nog groote veranderingen zullen komen, aangezien de uitgaven nog aanmerkelijk moeten toenemen door de in April te doene af- en overschrijvingen en de ontvangsten door ver scheiden nog onafgedane zaken vóór het sluiten der reke ning zullen aangevuld worden. Desniettemin meenen wij door het opgegeven resultaat reden te vinden, om ons te verheugen in den staat der financiën van onze Gemeente, omdat zij, hoezeer nog ge drukt door al de bezwaren eener overgangsperiode, die voor liet financiewezen van alle Gemeenten nadeelig heeft ge werkt het vooruitzigt opleveren van door den nieuwen gang van zaken spoedig geheel hersteld te zijn, terwijl zij onder dien druk niet sterk genoeg geleden hebbenom sporen van achteruitgang na te laten als waardoor het beheer van andere Gemeenten bezwaard wordt. En het middel voor dien nieuwen gang van zaken is het belastingstelsel, dat na vele deliberation en veel zorgen door den Gemeenteraad met al de daaruit voortvloeiende verordeningen in den loop des

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 21