23 hallen f expeditiegelden GELDMIDDELEN DER GEMEENTE. Renten van Gemeenteschulden. 5,275.00 na- en recognitiënbedoeld bij art. 238 der en van minvermogenden al- beuken- of eikenhout f 1.10 de wis. ander brandhout- 0.75 takkebossen zaagsel 0.10 het ned. vat. ff ff Eene belasting op den wijn van f 12 per neder), vat; Eene belasting op den turf, en wel van baggerturf van steekturf.- 0.03 Eene belasting op de steenkolen van schaalkolenf 5.00 de 1000 ned. ponden. van maatkolen- 0.30 het ned. mud. van einders (coaks). - 0.20 n Eene belasting op het brandhout van van ander brandhout- 0.75 van takkebossen- 0.40 de 100 stuks. van zaagsel- 1.10 de 100 mudd. Verder worden voortaan als belastingen geheven de volgende heffingen Gemeentewet De plaatsgelden voor banken en Die voor vischbanken De marktgelden De tolgelden, geheven wordende op de twee wegen naar Scheveningen en naar het Badhuis; De leges- en expeditiegelden van stukken ter Plaatselijke Secretarie Het minerval op het Gymnasium, De schoolgelden voor de school hier. Ten laste der Gemeente 's Gravenhage waren in 1856: 1°. De lijfrenten, voortspruitende uit de negotiation van 1809 en 1810, ten be hoeve der Gemeente gedaan en be dragende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 23