35
van heerschende of epidemische ziekte zoude mogen geven
want de weinige gevallen van kinderziekte in den aanvang
des jaars, de meerdere neiging tot catarrhalen ziektevorm in
het laatste gedeelte van 1856 en de kinkhoest, waaraan in
December 1856 een betrekkelijk groot aantal kinderen (79)
is bezweken, wenscht men niet als zoodanig genoemd te
hebben. Opmerkelijk is dan ook het door die Commissie
medegedeelde omtrent de weinige sterfte in 1856, waaruit
zij haar beweren omtrent den gunstigen gezondheidstoestand
gedeeltelijk meent te mogen bewijzen en waarvan zij als
voorbeeld aangeeft, dat van Mei tot October en dus over
een tijdvak van zes maanden gemiddeld slechts 132 personen
’s maands overleden zijnhetwelk de sterfte tot het zielental
doet staan in verhouding van 1 48, terwijl die gewoonlijk
is 1 37,7. (Zie de sterfte-opgave in: //Iets over den gezond
heidstoestand van 's Gravenhagevan Dr. J. W. Schick.
Bijlage lett. C achter het Verslag bevat eenige statistieke
opgaven omtrent de sterfte in 1856, die wij danken aan de
werkzaamheid der genoemde Geneeskundige Commissie en
aan de welwillendheid, waarmede de geneeskundigen in het
algemeen hebben voldaan aan de uitnoodiging tot het geven
van inlichtingen betreffende de plaats hebbende sterfge
vallen.
Ofschoon nu tegen de bovengenoemde gunstige berigten be
trekkelijk den gezondheidstoestand niets inbrengende, mogen
wij niet onvermeld laten, dat van February af, bijna hetgeheele
jaar door, in Scheveningen Typhus heeft geheerscht, die bij som
mige personen zich in een hevig karakter openbaarde. Van
eenigen bepaalden invloed op de voorafgegane algemeene be
schouwing kan natuurlijk de hier aangevoerde uitzondering
niet zijn en wij haalden haar ook alleen daarom aan, om
bij de erkenning van het vele goede, waarop wij in deze
te roemen hebbenniet uit het oog te verliezenwat uit
anderen opzigte Uwe opmerking verdient.
Na de behandeling van den algemeenen gezondheidstoestand