36 moeten wij, volgens het modelverslag, ook met U bespreken de maatregelen tot voorkoming en genezing van ziekten genomen of te nemen. Uit den aard der zaak vloeit voortdat wij tegenover het gunstig rapport omtrent den gezondheidstoestand onzer Ingezetenen ook geene buitengewone maatregelen ter be strijding van ziekten te vermelden hebben, evenmin als wij geroepen waren te waken tegen besmetting en andere heil- looze gevolgen van epidemiën en heerschende ziekten; maar buiten die maatregelenwelke eerst werken, wanneer de ziekten reeds aanwezig zijn, bestaan er velen tot voorkoming van het ontstaan daarvanof wel tot verbetering van den algemeenen gezondheidstoestand, omtrent welke men zich in het jaar 1856 niet lijdelijk heeft gedragen. Om te beginnen met datgene, wat van wege de Gemeente zelf uitgaat, gelooven wij te mogen zeggendat de keuringen van eetwaren met de meeste naauwkeurigheid geschieden; dat voor de reinheid der straten en riolen met zorg wordt gewaakt; dat het uit baggeren der grachten en slootenvoor zooverre dit van de Gemeente afhankelijk is, naar behooren plaats heeft; dat het brengen van secreetvuil op de grachten met kracht geweerd wordt, waarvan onder anderen het blok van de Gemeente, vroeger tot den Veenpolder behoorende en thans onder het beheer der Gemeente overgegaan, voldoende blijken oplevert; dat in 1856 eene nieuwe Zwemkom is daargesteld aan de oostzijde van de Delft sche vaart, waarvan een ruim gebruik is gemaakt, en dat overigens niets is verzuimd, wat eeniger- mate strekken kon tot bevordering van reinheid, zindelijk heid en frischheid. Met het oog hierop en op hetgeen de Plaatselijke Geneeskundige Commissie ten dezen opzigte vermag, werd dan ook door U het beginsel uitgemaakt, dat voor onze Gemeente geene behoefte bestaat aan eene Ge- zondheids-Commissie, omdat èn van wege het Bestuur èn van wege particulierengenoeg gedaan wordt uit dit oog punt om niet nog meerdere personen daarin te bemoeije- lijken en als hoofdzaak te laten behandelen wathoe

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 36