37 de arbeidende klasse, die, het licht kwaminderdaad dan ook behoefte aan, met erkentelijkheid hetgeen door particulieren wordt den welstand der lagere klassen met de pogingen der Commissie tot van aan belangrijk ook, toch voor liet Bestuur eener Gemeente als onderdeel zijner administratie moet beschouwd worden. Wij hebben er melding te maken van gedaan tot verbetering van en dan vangen wij aan verbetering der woningen blijkens hetgeen daarvan nuttig werkzaam was. Aan den weg van Schuddegeest vindt men van deze Commissie eene rei van 56 woningen, die uitmunten door netheid en goeden smaak en waarvan de bewoning tegen middelmatigen prijs hoe langer hoe meer wordt begeerd en, verdeeld in beneden- en bovenwoning, aan velen eene gezonde huisvesting oplevertmaar de Com missie heeft zich nog moeijelijker werkkring dan deze tot taak gesteld, namelijk het verbeteren der bestaande wonin gen. De eerste proef hiermede gedaanschijnt eenen goeden uitslag te hebben opgeleverd; eene poort of slop aan de west zijde van het Spui (wijk Q,n°. 23), werd door de Commissie aangekocht en door wegbreking, verbouwing en verandering hervormd in een tal van 14 zeer goed bewoonbare huisjes, die natuurlijk niet alleen voor de gezondheid, maar ook uit anderen hoofde verkieslijk zijn voor hen, wier inkomsten de besteding van slechts eene geringe huur toelaat. Ontegen zeggelijk werkt de verbetering der woningen krachtig op den gezondheidstoestand, maar niet minder zal daarop eenen gunstigen invloed uitoefenen de Wasch- en Badinrigting, welke in den loop van 1856 alhier is daargesteld, doch nu onlangs eerst is in werking gekomenwij onthouden ons nu nog van eenige uitbreiding over deze aangelegenheid, omdat het volgend Verslag ons de gelegenheid zal geven, om waarschijnlijk met eenige kennis van zaken over deze nieuwe inrigting en hare nuttige werking te spreken. Eindelijk mogen wij U nog herinneren, dat door U in 1856 is vastgesteld eene nieuwe Verordening op de publieke

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 37