L. de Kobus de Meijer,
39
H. C. M. Eikendal,
die volgens den rooster moesten aftreden. Hierdoor was de
Commissie weder voltallig, terwijl zij geconstitueerd bleef
als vroeger en dus als Voorzitter aan haar hoofd behield
de heer F. J. van Maanen, die in 1856 het zeldzame
voorregt genoot te beleven, dat hij 50 jaren Lid en Voor
zitter dezer belangrijke Commissie was geweest. Wij voegen
gaarne onze openlijke hulde aan dien waardigen Voorzitter
bij de wenschen, hem ter gelegenheid zijner feestviering toe-
gebragt en hopendat hem de krachten mogen gespaard
worden, om nog eenige jaren de plaats te blijven bekleeden,
die hij met zoo veel eere waarneemt.
Alvorens nu af te stappen van ons onderwerp en over te
gaan tot de beschouwing van onze Geneeskundige gestichten,
willen wij U nog mededeelen, dat de genees- en heelkundige
dienst bij de armen in den loop des jaars zeer geregeld is
waargenomen en ons aanleiding geeft, om met allen lof te
gewagen van hen, die daarmede belast zijn. Een ruim, mis
schien wel een te ruim gebruik werd gemaakt van vrije
geneeskundige hulp en daaruit is dan ook Uw besluit voort
gevloeid om een zevenden Gemeentegeneesheer aan te stellen
en de dienst voortaan zoo te verdeelen, dat aan één genees
heer het Burgergasthuisaan vijf anderen de verschillende
wijken der Gemeente en aan den zevenden de Armenge -
getuigtdat hij de belangen der Commissie en die der
Gemeente met den meesten ijver wist voor te staan en te
behartigen. In zijne plaats werd, in de Vergadering van
den Raad van den 29sten April 1856, gekozen de heer Hen
drik Cornelis Marie Eikendai, terwijl in de Raads
vergadering van den 30sten December 11. weder werden her
kozen de Leden
en
Dr. J. Brouwer Starck,