40 s stichten ter bediening worden opgedragen. De heer Dr. H. de Jong, den 4den November 1856 door U aangesteld, heeft zijne betrekking den Isten January 1857 aanvaard en wij hebben alle reden te verwachtendat de nieuwe maat regel voldoende te gemoet zal komen aan de bezwarenwelke door de geneeskundigen over de armenpraktijk werden in het midden gebragt. In hun verslag over 1856 werd ook nog medegedeeld, dat de werkzaamheden der Gemeentevroedvrouwen zeer zijn toegenomen en meer dan verdubbeld, en dat daardoor de verantwoordelijkheid van den Gemeentevroedmeester belang rijk is vermeerderd. Dit punt voor mededeeling aannemende willen wij een ander denkbeeld door de Gemeentegenees- kunstoefenaren in hun verslag aangegeven niet met stilzwij gen voorbijgaan; het is de wenschelijkheid van het daar- stellen eener verordening, regelende den aanbouw van nieuwe woningen en bepalingen bevattende omtrent het verbeteren der bestaande, omtrent de luchtververschingde stookplaat sen de slaapplaatsengeheime gemakkenriolen enz. In verband met hetgeen reeds in dit Hoofdstuk door ons als hulde aan de Commissie tot verbetering der woningen van de arbeidende klasse is in het midden gebragt, mogen wij ons met dien wensch der Gemeentegeneeskunstocfenaren vol komen vereenigen en bevelen wij dit punt met belangstelling aan bij de verschillende commissiën van den Raad, tot wier taak het ontwerpen eener zoodanige verordening zoude be- hooren. De Gemeente-apotheek heeft weder in 1856 zeer gelukkig gewerkt en wij danken het de goede bemoeijenissen van Heeren Inspectores en de ordelijke handelingen van den Gemeente-apotheker, dat, onaangezien het cijfer der gereed gemaakte recepten gestegen is tot 87,188 en ondanks de uitgereikte geneesmiddelen van uitmuntende hoedanigheid zijn geweest, de kosten der geheele administratie verre on der de raming zijn gebleven. Met nadruk komen Heeren

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 40