5
en
administratie.
De bevolking is dus in 1856 toegenomen met ongeveer 1100
personen, welke toeneming ten aanzien van bijna 400, het gevolg
was van meerder vestiging dan vertrek uit de Gemeente, en
voor de o verschieten de 700 van meerder geboorte dan sterfte.
Onder het opgenoemde cijfer zijn begrepen: 2118 perso
nen, die belmoren tot de landmagt en alhier in garnizoen
liggen; tot de zeemagt behoorende geene; als bevolking der
gevangenissen 142 personen zijnde 109 mannen en 33
vrouwenin het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen
98 verpleegden, als 27 mannen en 71 vrouwenen als
bestedelingen en bedelaars in de Koloniën der Maatschappij
van Weldadigheid 305 personenen wel 188 mannen en
123 vrouwen.
Het is ons niet bekend, dat in het afgeloopen jaar per
sonen uit de Gemeente vertrokken zijn, met het doel om
zich te vestigen in overzeesche gewesten.
De registers der bevolking worden behoorlijk bijgehouden
voldoen in den regel zeer goed aan de behoefte onzer
Het is evenwel ontegenzeggelijk, dat door
de toenemende bevolkinghet afwisselend vestigen in- en
vertrekken van personen uit de Gemeente, de gedurige ver
huizing der mindere volksklasse en de gestadige verandering
van dienstbodende werkzaamheden aan het bevolkings
register belangrijk zijn toegenomeneven als de geheele
administratie zich ongevoelig uitbreidt naar gelange het cijfer
der bevolking stijgt.
Hoe algemeen bekend de verpligtingen der Ingezetenen
tegenover de bevolkingsregisters ook mogen zijn, heeft men
nog altijd in deze met nalatigheid te kampen, die den gang
van een goed beheer bemoeijelijkt en de zekerheid der voor-
deelen van een ordelijk bevolkingsregister vermindert. Veel
verbetering is hierin gebragt door de nieuwe organisatie der
Wijkbesturen, aan het hoofd van welke nu Afdeelings-Com-
missarissen staan, die uit den aard hunner betrekking meer
waakzaamheid zullen aan den dag leggen, dan men vroeger
J