60
Omtrent deze Vereenigingenwier doel onderlinge oefe
ning is en die zich daartoe gedurende de wintermaanden
wekelijks onledig houden met het maken van instrumentale
of vocale muzijk, kunnen wij natuurlijk weinig bijzonder
heden mededeelen, omdat zij niet of slechts zelden naar
buiten werken. Zeer uiteenloopende in inrigting en zamen-
stellinggelooven wij ook dat er groot verschil bestaat in den
toestand dezer vereenigingen en dat men van sommigen de
verklaring kan afleggen, dat zij in bloeijenden staat verkeeren,
terwijl andere meer wegkwijnende zijn. Zoo veel is zeker,
dat allen min of meer de beoefening der toonkunst bevor
deren en ofschoon het nu wel niet hetzelfde is op welke
wijze zulks geschiedt, mag toch werkzaamheid in deze
boven laauwheid en onverschilligheid verkieslijk heeten.
Doet het ons daarom leed, het te niet gaan van het
Concert Aurora (pag. 56 van het vorig Verslag vermeld) te
moeten aangevenomdat wij de strekking van dat concert
van jeugdige toonkunstenaars van harte toejuichten en het
gaarne een langer bestaan hadden toegewenscht, wij vermel
den met genoegen het in het leven roepen van eene nieuwe
inrigting voor Zangoefening, en wel:
10°. De Typographische Zangschool, voortgekomen uit de
Letterzetters-, Boekdrukkers- en Binders-Vereeni-
gingDoor eendragt t' zaam verhanden n en ten
doel hebbende, onderlinge oefening van de gezellen
dier Vereeniging. Ontegenzeggelijk als het mag hee
ten dat de kunst eenen krachtigen invloed uitoefent
tot veredeling en beschaving, mag het een verblijdend
verschijnsel heeten, dat zij doordringt tot alle kringen
en de gelegenheid dus meer en meer geopend wordt
voor hare werking op de algemeene Maatschappij
zonder te blijven wat zij welligt te lang is geweest:
het uitsluitend voorregt van enkele standen.
11“. liet Genootschap Thalia. De geregelde oefeningen