63 en van 10 28 7 33 30 6 3 3 5 2 5 3 2 5 2 7 6 het schooljaar 1856/7 bedroeg het 77 van het mannelijke 64 van het vrouwelijke geslacht; zij waren ten aanzien het onderwijs verdeeld, als volgt: Koorgezang 85 leerlingen in 3 klassen Solozang Theorie Orgel Piano-forte Viool Violoncel Contrabas Fluit Oboë Clarinet Fagot Hoorn Trompet Bazuin n 2 1 1 1 1 1 1 1 1 niet juist de resultaten zijn, waarvoor de Gemeente eene soortgelijke inrigting moet schragenwij achten gronden genoeg daarvoor gelegen in het uitmuntend onderwijs, dat vele Ingezetenen aan hunne kinderen tegen matige betaling aldaar kunnen doen geven, in de kunstontwikkeling, welke de school als van zelf rondom zich verspreidt en in de bij drage, die hierin is gelegen voor het behoud van eerste talenten ten dienste van het orkest. Daaruit nemen wij dan ook aanleiding tot de meening, dat de subsidie en de onder steuning, door de Gemeente aan de muzijkschool verleend wordende, niet verloren gaan en door den Raad mogen worden gerekend tot die fondsen te behooren, die hij wel besteed kan noemen. In het personeel der Commissie van Toezigt is evenmin verandering gekomen als in dat der onderwijzers. Bij den aanvang van aantal leerlingen 141waarvan D ff n H n u /7 H tf tf /7 n ft tr n 3 1 ff

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 63