64
ingespannen tot de instandhouding van liet tooneel
zij aan al de bezwarenwaarmede zij te kampen
gehad, met goeden uitslag het hoofd hebben ge-
Wij mogen U eindelijk wijzen op den Schouwburg, als
de plaats waar kunst beoefend en bevorderd wordt en die
door de Gemeente op eene krachtige wijze wordt onder
steund.
Het Hollandsche tooneel is op nieuw door de heeren
Breedé en Valois bestuurd geworden en zoo wij al niet
durven verklaren, dat zij er toe bijgedragen hebben, om de
Hollandsche tooneelspeelkunst op te heffen uit de diepte,
waarin zij niet alleen hier, maar in het algemeen vervallen
is, wij mogen toch niet nalaten op te merken, dat zij zich
hebben
en dat
hebben
boden.
Met het Fransche tooneel zijn wij in 1856 niet zoo ge
lukkig geweest als vroeger. Nadat in February de Directeur
Renault zijne troep verlaten en de directie in het moeije
lijkste tijdperk van het jaar vaarwel gezegd had, hebben de
kunstenaars en sociélé het jaar ten einde gebragt en voor zoo
verre ons bekend is geene reden gehad, om daarover uit een
geldelijk oogpunt berouw te gevoelen. Dit feit heeft evenwel
ongunstig gewerkt op de zamenstelling eener Operatroep
voor het volgend jaar, zoodat de nieuwe Directeur, de heer
Vachette, die met den Isten Julij 1856 de zaak ondernam,
het geheele jaar door heeft te strijden gehad met moeijelijk-
heden van allerlei aard. Desniettemin heeft hij zijne admini
stratie weten staande te houden en door de ondervinding,
welke hij in den loop des jaars heeft opgedaanvoor de
bezoekers des tooneels eene tamelijke verscheidenheid in zijne
voorstellingen kunnen brengen.
Ter voldoening aan het voorschrift des Verslags volgt
hier de lijst der voornaamste verzamelingen van schilder
en beeldhouwkunst, natuur- en scheikundige voorwerpen,
oudheidkunde, munten, enz., die wij in onze Gemeente be
zitten