78 3°. 835 205 schamele armen onder- 1481 personen. Ten dezen aanzien moeten wij nog opmerken Dat het getal der ongesubsidieerde armbestnren voor 1856 weder is vermeerderd met dat der Neder- duitsch Portugesche Israëlitische armenwelk be stuur voor de subsidie van de Gemeente heeft be dankt Dat het algemeen of burgerlijk Armbestuur in twee afdeelingen is gesplitsten wel voor 's GravenAage en voor ScAeveningenen Dat de wasch- en badinrigting, waarvan wij de ope ning in ons vorig Verslag reeds voor dit jaar aan gaven, eerst in 1857 in werking is gebragt. B. Getal personendoor elke soort van instellingen be deeld, verpleegd of daarvan op de eene of andere wijze de weldadige werking ondervonden hebbende: 1°. Huiszittende armen: 8068 geheel, 7591 gedeeltelijk. 2’. Commissiën en vereenigingendie gedurende den winter uitdeelingen doen van levensmiddelen en brandstoffen. 3°. Genootschappen, die aan stand verleen en 4°. Godshuizen: 630 oude lieden, 88 gebrekkigenen 945 kinderen. 5°. Gestichten uitsluitend voor zieken 6°. Genootschappen tot het verleenen van onderstand aan behoeftige kraamvrouwen 1’. 2’. (De opgave hiervan kan niet worden gedaan.) (Men moet hierbij opmerken, dat in den regel deze personen niet langer dan gedu rende een klein gedeelte des jaars werden verpleegd.)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 78