SI
meneerst in 1857 in werking is gekomen en dus over
het geheele resultaat pas later eenig oordeel kan worden
geveld.
Zooveel is zeker, dat het ons genoegen heeft gedaan een
einde te zien aan dien toestand van wetteloosheid, waar
over reeds eenige jaren was geklaagd en die natuurlijk van
jaar tot jaar erger wrerd, zeer ten nadeele van den gezond
heidstoestand der Ingezetenen en in strijd met de waardig
heid van de politie, die toch geroepen bleef een reglement
te handhaven, dat voor niemand, die het niet erkennen
wilde, eenigen klem of kracht had.
In het personeel der politie is alleen deze verandering
gekomen, dat de heer J. H. Hoogbruin, benoemd tot
tweeden Commissaris van politie te Zaandam, zijn eervol
ontslag gevraagd en bekomen heeft als Inspecteur van po
litie alhier, terwijl in zijne plaats is benoemd de heer B.
Ai.ders, tot nu toe Inspecteur van politie titulair.
Omtrent de dienst van de dienaren van politie, van de
veldwachters, van de nacht- en stille wachten enz. mogen
wij bij voortduring goede getuigenis afleggen. Den ijver
der beambten steeds opwekkende door het verleenen van
kleine gratificatiën of het toepassen van geringe boeten, zal
u uit alles gebleken zijndat hunne pligtsbetrachting in
den regel voldoende is geweest en dat door hunne waak
zaamheid, in verband met zooveel mogelijke kennis der ver
ordeningen, veel verkeerds werd voorgekomen en zoo noodig
bekeurd is geworden.
Ook over den ijver der hoogere politie-ambtenaren kunnen
wij met lof gewagenterwijl wij als altijd ons gaarne beijve
ren hulde te doen aan de bekwaamheden der Commissarissen
van politie, aan een van welken, de heer Johannes Abba-
ham Waldeck, de onderscheiding is ten deele gevallen, bij
Koninklijk besluit van den 8sten Januarij 1856, n°. 87, be
noemd te worden tot Hoofdcommissaris van politie.
De brandbluschmiddelenwaarvan de inventaris dezelfde
6