86
van Landbouw heeft zich in 1856 met alleen weten staande
te houden, maar zelfs eene belangrijke uitbreiding van leden
erlangd. Haar ledental telt thans 585, waarvan te Gra-
venhage 517 en te Scheveningen 9 woonachtig zijn.
De werkkring dezer afdeeling is dezelfde gebleven als vroe
ger, ofschoon die zich w’elligt op veelzijdiger wijze heeft ge
openbaard; de behandeling van allerlei zaken den landbouw
betreffende blijft evenwel de hoofdzaak en daarmede nuttig
te zijn is het ernstig streven dezer vereeniging.
In den loop des jaars heeft zich alhier, behalve deze Maat
schappij, nog gevestigd de Algemeens Koninklijke Maatschappij
van Landbouw, waarvan de statuten zijn opgegeven in de Land
bouwkundige Courant. Voor het oogenblik zijn wij niet in staat
omtrent deze Maatschappij bijzonderheden mede te deelen, doch
wij zullen ons voor een volgend Verslag daarvan op de hoogte
trachten te stellen.
Twee tentoonstellingen werden in 1856 van wege de ’s Gra-
venhaagsche afdeeling der Hollandsche Maatschappij van Land
bouw gehouden en wel van bloembouquettenbij al hetgeen
wij daarover reeds in Hoofdstuk IX hebben gezegd, willen
wij niets voegen dan onze overtuiging, dat deze tentoonstel
lingen aan de verwachting hebben beantwoord. Verder is door
die afdeeling uitgeschreven geweest een wedstrijd van gras
maaiers, die aan de Geestbrug heeft plaats gehad.
Omtrent den invoer van nieuwe gewassen, werktuigen en
veerassen is evenmin als ten aanzien van nieuwe uitvindin
gen iets ter onzer kennisse gekomen. Misgewas en verlies
van oogsten door onweder, hagel, vorst, overstroomingen en
dergelijke verschijnselen hebben wij gelukkig niet te ver
melden; integendeel met ware dankbaarheid wijzen wij op de
belangrijke uitkomsten, welke door de weijerij en den hooi
bouw in 1856 zijn verkregen, dank zij voordeelig weder en
grooten voorspoed.
Schadelijke dieren hebben zich in 1856 niet meer dan
gewoonlijk op het land voorgedaan.