88
liet ’s Graven-
971 bunders,
eiken- en ander hakhout, dennenbosschenrijswaarden enz.;
want ja, wij hebben hier voor ons het ’sGravenhaagsche
bosch, voor zoo verre het onder de Gemeente is gelegen, en
de bosschen tusschen den Scheveningschen weg en de duin-
gronden gelegen, maar die den aard dezer bosschen in aanmer
king neemt, weet ook dat het moeijelijk, zoo niet onmogelijk
is de sortering der onderscheiden boomsoorten op te geven.
Wij vermeenen daarom hier te kunnen volstaan met de
opgave, dat tot de Gemeente als gedeelte van
haagsche bosch behoort eene oppervlakte van
terwijl het overige gedeelte, groot 34£ bunders, onder de
Gemeente Wassenaar is gelegen dat verder de Scheve-
ningsche bosschen en wandelingen eene uitgestrektheid heb
ben van 48 bunders 14 roeden 50 ellen, en dat eindelijk, als
eigendom van H. M. de Koninginne-Moeder, nog als bosch
onder onze Gemeente bekend staat eene niet onbeduidende
hoeveelheid duingrondenbehoorende tot Hoogstderzelver
bezitting Zorgvliet, doch dat de grootte daarvan uit den
aard der zaak bezwaarlijk is op te geven.
Over reeds verdeelde en nog te verdeden marken en
Gemeentegronden hebben wij, als op onze Gemeente niet
van toepassing, niets te vermelden.
Ten aanzien van de ontginning
of tot bouw- of weiland, werd
voorgaanden jaars eene opgave van
Binnenlandsche Zaken gevraagd, die,
van gronden tot bosch
ons in den loop des
het Departement van
om haar bijeen te
brengen, vele moeijelijkheden heeft opgeleverd, doch die,
eenmaal daargesteld zijnde, eene juiste omschrijving levert van
den toestand der woeste gronden in de Gemeente, ook bij
vergelijking met vorige jarendaar zijin twee staten ver
vat, een overzigt geeft over de ontginningen sedert de in-
rigting van het kadaster tot en met het jaar 1840 en van
dat jaar af tot nu. Wij hebben het niet ongepast geacht
die twee staten bij ons Verslag te voegen en laten ze
daarom als bijlagen lett. G en II hierachter volgen.