96
en
Winterwerkverschaffing door fa-
den heer
om aan
timmerwerven gevoelden allen den weldadigen invloed van
den voorspoed der visscherij.
Omtrent de inrigtingen tot handel en nijverheid in een
naauw verband staande, kunnen wij inededeelen, dat de
twee afdeelingen van de Maatschappij tot bevordering van
nijverheid en van de Vereeniging tot bevordering van hand
werk- en fabrieknijverheid volijverig alhier werkzaam zijn
gebleven en door de verschillende middelenwelke zij ter
bereiking harer bedoelingen in het werk stellen, eenen nut
tigen invloed uitoefenen.
De industrieschool der handwerknijverheid, waarover wij
reeds in Hoofdstuk IX spraken, komt hier eene plaats toe
in betrekking tot industrie en als zoodanig doet het ons
leed te moeten vermelden, dat die school gedrukt wordt
door weinige medewerking van de zijde der werkbazen, die
juist in haar een middel tot vooruitgang moesten zien
ondersteunen.
Onder den naam van n
briekmatigen arbeid//, is door de bemoeienissen van
Nievergei.d alhier eene proefinrigting daargesteld,
behoeftige gezinnen gedurende den winter brood te ver
schaffen. Als eerste proef is men begonnen met het maken
van spoelkettingen en nachtpitjeswerkzaam zijnde met
acht ik tien personen. Wij hebben van deze zaak onder
het Hoofdstuk Armwezen nog geen melding gemaakt, omdat
zij, met den Isten November 1856 aangevangen, eerst te
kort werkzaam wasom eenigen invloed uit te oefenen en
dezelfde reden leidt ons ook tot onthouding van het verder
bespreken dezer inrigting, met het voornemen daarop in het
volgend Verslag terug te komen.
Alvorens dit Hoofdstuk te eindigen willen wij ten ver
volge op vroeger gedane mededeelingen nog herinneren, dat
op den lOden November 1856 des avonds ten half acht
ure in het locaal der Maatschappij Diligentia de plegtige
uitreiking plaats had van de diplomata wegens de bekroo-