99 Aantal en tonneninhoud der schependie niet tot de dienst der openbare middelen van vervoer behooren: 208 vaartuigen beneden de 25 scheepstonnen, gezamenlijk een bedrag metende van 1250 scheepstonnen; 21 vaartuigen boven de 25 scheepstonnen, te zamen een bedrag metende van 658 scheepstonnen. Het getal schepen in de Gemeente is sedert het vorig Dit onderwerp komt voor onze Gemeente niet in aan merking. 1856 is het getal vleeschwinkels in de Gemeente weder met vier vermeerderd. Bijlage lett. L achter het Verslag, geeft U een overzigt van het gekeurde slagtvee en vleesch in het afgeloopen jaar en daaruit zal U blijkendat alleen het gebruik van schapenvleesch is toegenomen. De prijzen der verschillende vleeschsoorten waren dezelfde als in het vorig jaar. Wanneer wij verder geroepen zijn, om den toestand van den groot- en kleinhandel met U te beschouwen, dan ge- looven wij ook omtrent dat punt de woorden van de Kamer van Koophandel tot de onze te mogen maken, wanneer zij zegt De Haagsche reederijen, hoewel geenzins voor rampen bewaard gebleven, hebben even als de Assurantie-Maat- schappijen zich goed op de hoogte, die zij bereikt hadden, weten staande te houden. Ook voor den kleinhandel was het geen ongunstig jaar ofschoon de aanhoudende duurte der meeste artikelen en de hooge huishuren voor deze klasse van ingezetenenvooral zeer drukkend blijft. zz Het aantal faillissementen was gelukkig niet aanzienlijk, zz C. BINNENLANDSCHE SCHEEPVAART. b. B CITENLANDSCHE HANDEL.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1856 | | pagina 99