101 o van enkele stille wachten zomer bij de nieuwe zwemplaats aan zetten. De brandbluschmiddelen zijn in het afgeloopen jaar noch verminderd noch vermeerderd, en op hunnen toestand is ten gevolge van behoorlijk onderhoud en naauwkeurige in spectie weinig aan gedane proeven hebben even mede werd verrigt, ons den aannemer van dat onderhoud niet ongegrond is. en op behoorlijk onderhoud te merken; de in den zomer daarmede als de dienst, die er bij brand overtuigd dat het vertrouwen op aanbevelen onder de mededeeling, dat het ten dien einde ter Plaatselijke Secretarie is nedergelegd. De Inspecteur van Politie Bernardus Alders overleed den 26sten October 1857 en in zijne plaats werd door den heer Burgemeester den 29sten daaraanvolgende aangesteld de heer Jacobus Terpstra van Leijden. Het personeel der politie onderging in 1857 overigens geene veranderingen. Omtrent de dienst der politie hebben wij niets bijzonders op te merken; zoo als aan U bekend is, werd door de Com missarissen met de meeste trouw en ijver aan hunne verplig- tingen voldaan en leverde hunne dienst over het zoo uitgebreid grondgebied van 's Gravenhage en Scheveningen geene stoffe tot aanmerkingen op; de Inspecteurs van politie kenmerkten zich volgens de daarvan bekomen rapporten door pligtsbetrachting en orde en over het gedrag van de mindere politiebeambten werden ons geene klagten kenbaar gemaakt; zooveel mogelijk werden zij door het opleggen van straffen ingeval van pligt- verzuim en door het toekennen van belooningen wegens bijzondere pligtsbetrachting, aangemoedigd tot gehoorzaam heid en ijver, en die maatregel schijnt gunstig te werken. Het getal der dienaren van politie, nacht- en veldwachten is onaangezien de toenemende uitbreiding van den bebouwden kring der Gemeente voldoende, en alleen wordt van tijd tot tijd de indienststelling gevorderd ten einde bepaalde postenzoo als gedurende den de Delftsche vaart enz., te be-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1857 | | pagina 101