109 den aard der zaak tot kleine gedeelten grond, die weinig der vermelding waardig zijn. Duinbeplantingen hebben van onzentwege niet plaats ge had, dan alleen daarwaar zij in den omtrek van de Ge- meente-badinrigting tot wering der zandverstuiving gevorderd werden. Van de verschillende afzanderijen heeft die achter Zorg vliet gedurende dit jaar geheel stilgestaanterwijl die in de zoogenaamde Goudmijn, even als de voorgaande, toebehoo- rende aan H. M. de Koninginne-Moeder, geregeld voortgaat. De afzanderij van de Gemeente aan het einde van het Scheveningsche Kanaal wordt met kracht voortgezet, zoodat die vaart in 1857 weder met 196 ellen is verlengd gewor den. De zandverstuivingen binnen deze Gemeente zijn niet be langrijk te achten. Aan de kerkwerf te Scheveningenwaar het zand geregeld opstuiftwordt het wekelijks opgeruimd grootere verstuivingendie enkel bij stormweder voorkomen hebben dit jaar zeer weinig plaats gehad en werden geregeld door de Gemeentewerklieden of het winterwerkvolk bijgewerkt. In de nabijheid van Scheveningen schrijft het belang voor, om met den meesten zorg tegen zandverstuiving te waken omdat daaruit voor de vischdroogerijen groot nadeel ont staat. Helmbeplanting is het eenige middel dat tot beteu geling der zandverstuiving wordt aangewend en behoeft aangewend te wordenvan wege de hoogheemraadschappen van Delf- en Rijnland wordt dit middel voortdurend op de duinen, die als zeewering te beschouwen zijn, toegepast. Ten aanzien van den aard van het gebruik der woeste gronden kan men opgevendat zij gedeeltelijk gebezigd wor den voor het aankweeken van helmgedeeltelijk beweid worden en gedeeltelijk, voor zoo verre zij langs de afzanderij der Gemeente gelegen zijnafgezand en tot teellaud ingerigt wordendit laatste is evenwel van weinig beduidenis.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1857 | | pagina 109