112
Ten aanzien van het toezigt op de visscherij refereren
wij ons aan het gezegde over dat op de jagtdaar jagt en
visscherij voor het toezigt onder dezelfde personen staan
die hunne magt en instructie voor het een en ander uit
dezelfde Wet ontleenen.
De Scheveningsche visschersvloot werd in 1857 weder
uitgebreid, daar zij 130 schepen in de vaart bragt, hetwelk
dus met het vorig jaar eene vermeerdering geeft van 9
vaartuigen.
De bemanning bestond even als toen uit 8 man per
vaartuigzoodat het geheele personeel der visschersvloot
bedroeg 1040 koppen.
Op nieuw mogen wij de Kamer van Koophandel en Fa
brieken alhier danken voor zoo menigg opgave voor dit en
het volgend Hoofdstuk, als waardoor zij onze taak in deze
heeft gemakkelijk gemaaktzoo stelde zij ons in staat om
U omtrent de hoeveelheid en den prijs van den te Scheve-
ningen aangebragten visch de navolgende cijfers mede te deelen
Aan haring werd in 1857 gevangen. 22,320,700 stuks,
hetwelk tegenover het aanzienlijk getal
van het vorig jaar29,271,300
eene vermindering geeft van6,950,600
De besomming moest natuurlijk ook minder zijn dan in
1856. Zij beliep in 1857 f 356,560.90
in 1856 - 378,905.00
verschil f 22,344.10
Dit verlies werd althans gedeeltelijk opgewogen door den
hoogeren opbrengst van verschen vischin dit boven het
vorig jaar besomd. Die besomming beliep in den zomer
ff
d. VISSCHEKIJ BUITENGAATS.