US teu einde aan vele bezwaren die de tegenwoordige plaat sing drukken te gemoet te komen. Omtrent den verkoop van vleesch verwijzen wij kortheids halve naar den Staat lett. K, achter dit Verslag, waarin de opgave van het gekeurde slagtvee en van het vleesch is vervatopmerking verdient het datterwijl het gebruik van de andere vleeschsoorten vermeerderdisdat van het schapenvleeschwaarop wij in het vorig jaar, als toegeno men de aandacht vestigden -, dit jaar weder beduidend is verminderd. Het getal vleeschwinkels in de Gemeente be droeg in 1857 veertig; de vleeschmarkt is achteruitgaande en de vleeschhal blijft op dezelfde hoogte. Volgens den staat der ter keuring aangegeven aardappe len die wij als Bijlage lett. L volgen laten blijkt dat in 1857 een totaal van 224,665 mudden aardappelen gekeurd Werdhetwelk eene vermeerdering tegen het vorig jaar geeft van 17,841 mudden. De Westlandsche aardappelen schijnen het meest door de ingezetenen gebruikt te wordendaarna de Gelderschedan de Brielsche enz. Van deze bijzonderheden overgaande tot eene beschou wing van den groot- en kleinhandel in het algemeen voor zoo weinig de eerste hier ter stede ook moge bestaan nemen wij gaarne daaromtrent het gevoelen der Kamer van Koophandel over, als zij verklaart, dat het afgeloopen jaar in vele opzigten minder voordeelig is geweest dan het vorige. De geduchte geldcrisis, waardoor de handel alom zoo ge weldig geschokt en op zware proeven gesteld werddeed in onze Gemeente haren druk niet met gelijke kracht gevoe len als daar, waar wezenlijk groothandel is gezeteld; maai de terugslag bleef toch niet geheel achter en zelfs heeft zij aan den kleinhandel menig bang oogenblik gekost. Wij achten ons echter gelukkig, dat bijna allen zich mogten staande houden en met eere het gevaar te boven kwamen, zonder dat de Gemeente belangrijke onheilen te betreuren heeft gehad.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1857 | | pagina 118