126 P. WINTGENS, Secretaris. G. L. H. HOOFT, Burgemeester. kennende, moeten wij tevens opmerken dat het gegeven overzigtbij al het goede dat het vermeldttoch ook veel aanwijstwat voor den bloei en de welvaart der Gemeente in verschillende opzigten nog gedaan moet wordenen daarom de taak voor het Gemeentebestuur niet al te ligt stelt. Maar juist daarin is eene opwekkende kracht gelegen de plaats, die vooruitgaat, is inspanning waardig en wij weten dat het Gemeentebestuur gaarne die inspanning tot welzijn der Gemeente wTil aanwenden. Moge het zijne pogingen daartoe onder Gods leiding rijkelijk gezegend zien Aldus uitgebragt in de vergadering van den Gemeenteraad van den 27sten April 1857.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1857 | | pagina 126