32 I Batig slot. n .f 22,579 52 de opcenten op 1s Rijks personele belasting, loopende 1". Mei 1857 tot ultimo April 1858, in de rekening 1857 wordt verantwoord, dan behoeft de vermindering het batig saldo in de Gemeentekas geene bezorgdheid De geraamde ontvang voor 1857 was 801,707.562 De wezenlijke ontvang tot den Isten April is geweest- 836,894.15 waaronder begrepen is het batig saldo der rekening van 1856, ad 23,153.67 alzoo meerder. 35,186.581 - 796,793.71 alzoo meerder. 17,520 92 Wezenlijke ontvang. 836,894.15 uitgaaf. - 814,314.63 Ofschoon hierin natuurlijk nog wel verandering zal ko men daar de dienst nog niet afgesloten iszal toch waar schijnlijk de verhouding tusschen ontvang en uitgaaf geene zoo groote wisseling ondergaan, of wij mogen de boven staande cijfers wel als den grondslag aannemen voor de be- oordeeling van den financiëlen toestand der Gemeente. Op zich zelf genomen is die toestand in 1857 niet ver beterd het batig slot van 1856 heeft voor een gedeelte moeten strekken tot dekking van de uitgaven of zal daartoe nog verder moeten dienen, en zonder dat saldo zoude men dus over 1857 een te kort hebben gehad; maar bij zoo danig te kort mag men naar de oorzaak vragen, en wanneer men dan ziet, dat die oorzaak is gelegen in de misrekening op de verhoogde opcenten op het gedisteleerd en in den ad- ministratieven vormdie niet toelaat dat de geheele opbrengst van van van van De geraamde uitgaaf was De wezenlijke uitgaaf tot den Isten April heeft bedragen- 814,314.63

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1857 | | pagina 32