54 in haar Verslag zegt dat dit afsterven niet alleen de Ge meente maar ook de wetenschap van een harer uitstekendste scheikundigen beroofd heeft. In de Raadsvergadering van den 21sten October 1857 werd uit het dubbeltal door de Commissie aangeboden, ter zijner vervanging tot lid be noemd de heer G. Bisschop, die in handen van den Voor zitter der Commissie den eed afgelegd en daarna zitting ge nomen heeft. Overeenkomstig de 2de alinea van art. 2 der Verordening voor de Commissie van Plaatselijk geneeskundig toezigt, van den 16den November 1852, met ultimo December 1857 de gewone jaarlijksche aftreding van drie leden plaats heb bende, heeft de Raad, in zijne Vergadering van den 22sten December 1857die drie leden zijnde de heeren Dr. D. W. Kraijenbrink A. P. van Luunen en D. M. van Deinse herkozen zoodat met den Isten January 1858 de Com missie weder voltallig was. Het overzigt van den toestand der zoogenaamde gast- of ziekenhuizen en krankzinnigengestichten bepaalt zich tot: het Burgergasthuisverdeeld in twee afdeelingen, waarvan de eerste gewone zieken bevat en de tweede die zieken, die aan syphilis, hoofdzeer of huidziekten lijden; en het Geneeskundig Gesticht voor krankzinnigen. Het Burgergasthuis blijft voortdurend eene goed geadmi nistreerde inrigting, die zoowel wat de geneeskundige ver pleging aangaat als wat de verzorging en de behandeling der zieken betreft, gunstig staat aangeteekend. Het cijfer der kosten dezer inrigtingin verband beschouwd met de vele ziekendie aldaar gratis verpleegd wordenbewijst reeds voor de zorg die heeren regenten en vrouwen regentessen wijden aan hunne administratie en het bezoek, dat wij overeenkomstig art. 179 lett. t der Gemeentewet in het gasthuis bragten en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1857 | | pagina 54