6(5 Wethouders de Koninklijke Muziekschoolwaarover wij straks zullen sprekenafzonderlijke zangscholen gevonden worden. De heer Cart. Eui.er oprigter en bestuurder van de eenige afzonderlijke Gymnastie-school in deze Gemeente heeft de voldoening deze inrigting steeds in eenen bloeijen- den staat te zien verkeerende door hem aan die inrigting gewijde zorgen en het voldoende van zijn onderwijs geven dan ook aanleiding tot dien bloei en schenken ons de gele genheid, om een gunstig getuigenis te kunnen afleggen van eene schoolwaarin het Gemeentebestuur steeds getoond heeft belang te stellen. Ten aanzien van de verplaatsing der Zwemschoolwaar over wij in ons vorig Verslag reeds spraken moeten wij tot ons leedwezen nog op de toekomst wijzen maar zoowel de omstandigheid dat de voltooijing der vaart naar Scheve- ningen meer en meer nadert, als die dat de begrooting voor dit jaar eene som aanwijst voor de gedachte verplaatsing, doet ons toch met zekerheid zeggendat zij in 1858 zal geschieden. Hoe ongelegen de tegenwoordige plaats ook moge zijnis de zwemschool toch niet achteruitgegaan daar zij in 1857 door ruim 80 jonge lieden werd bezocht; maar dat getal kon grooter zijn en het nut dezer inrigting moet meer algemeen worden. Eene andere inrigting der Gemeentede Rijschoolwerd tot heden toe in ons Verslag niet besprokende benoeming van een nieuwen DirecteurJhr. O. R. de Rotte op den 26sten Mei 1857geeft ons gereede aanleiding om een blik te slaan op deze voor de Residentie niet onbelangrijke inrigting. Ten einde haar voor de ingezetenen zoo nuttig en aangenaam mogelijk te makenbenoemden wij den 7den Julij 1857 eene Commissie, bestaande uit de Heeren Mr. H. Baron Colt.ot d’Escdry Jhr. Mr. F. G. A. Gevers Deynoot, Mr. L. P. Ofdenhooff;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1857 | | pagina 66