67 met uitnoodiging aan en de verrigtingen van en het is op het rapport nen mededeelen, dat de zaak in vooruitgang toeneemt dat de heer de Rotte alle moeite aan wendt dragen dat het onderwijs in de rijkunst mede in verband staat goed Het een en ander doet ons dat deze inrigting meer en W. Scheurleer Jhr. H. C. A. Verhueli. J. Visser en J. J. Baron Taets van Amerongen haar, om over den toestand der manége den Directeur toezigt te houden, van deze Commissie dat wij kun- en om zorg te en al hetgeen daar- en geregeld wordt gegeven, dan ook de hoop koesteren meer beantwoorden zal aan de bedoelingenwelke de Raad met hare instandhouding op het oog heeft. Het Verslag over de Industrie- en Handwerkschool alhier over het derde schooljaar, geëindigd met September 1857, moet tot ons leedwezen minder gunstig zijn dan wij in het belang van industrie en werkzaamheid zoo gaarne hadden gewenscht. Uit het door de Commissie van Toezigt over die school gegeven Verslag van het laatste schooljaar blijkt duidelijk datonaangezien de zorgen die aan het onder wijs worden besteed en het doelmatige der inrigtingde school achteruitgaatzoowel in leerlingen als in inkomsten. De Commissie noemt het met regt voor eene inrigting van dien aard moeijelijkbij den dag levendezich staande te houden en wanneer zij dan geene genoegzame medewerking ondervindt bij die personenvoor wier kring zij in het leven werd geroepen dan ontzinkt de moed naar evenredigheid de middelen afnemen. Het zoude ons te ver leidenwan neer wij uit het Verslag bijzonderheden wilden mededeelen tot staving van deze ongunstige bérigten maar wij willen er alleen op wijzen dat de school in de twee klassen slechts uit 27 leerlingen bestaatwaarvan niet meer dan 21 gere-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1857 | | pagina 67