74
3°.
meen. Daarom moet men zich in den bloei van dit
genootschap verheugen en den ijver en de werkzaam
heid van de kunstenaars toejuichen, omdat zij hier
door zoowel voor zich zelven als voor de kunst
nuttig zijn.
De Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst,
afdeeling 's Gravenhage. In den loop des jaars heeft
het Bestuur dezer afdeeling zich genoodzaakt gezien
de Zangvereenigingdie bijna 25 jaren achtereen had
bestaan en door hare werkzaamheden zoo veel nut
gesticht had, tijdelijk te staken, en daardoor was de
afdeeling verstoken van een der voornaamste middelen,
door haar gebezigd wordende tot bereiking van haar
doel. Wij hebben evenwel hoopdat die staking
slechts tijdelijk zal geweest zijn.
Het Concert Diligentia. Het afgeloopen jaar heeft
op nieuw den bloei dezer instelling bevestigd en
weder aangetoond, dat onze Gemeente groote behoefte
heeft aan eene localiteitzoowel uit een materieel als uit
een ^esthetisch oogpunt geschikt voor groote muzijkale
vereenigingen. Het concert heeft bij gebrek daarvan
de aanneming van leden moeten beperken en den toe
gang in het algemeen bemoeijelijkt. Of deze maat
regelen gunstig werken zullen, zal de toekomst lee-
ren, maar zooveel is zeker, dat elke beperking van
dien aard nadeelig is voor den invloed der kunst en
voor den financiëlen staat der instelling.
De Maatschappij de Toekomst. Getrouw aan haar
programma, heeft deze Maatschappij ook in 1857
twee groote muzijkale uitvoeringen gegeven; minder
getrouw was zij daarbij echter aan haar beginsel om
die uitvoeringen geheel instrumentaal te doen zijn,
zoodat zij meer den vorm van gewone concerten
2’.
4’.