81
1°.
eene tentoonstelling van schilderijen en verdere kunst
werken van levende meesters, geopend den 18den
Mei 1857 en gesloten den 30sten Junij daaraanvol
gende.
Wij achten het niet overbodig alhier te herinnerendat
wij bij de zamenstelling der Commissie voor deze tentoon
stelling eenen anderen weg dan gewoonlijk hebben bewandeld.
Tot nog toe werd die Commissie geheel door ons benoemd
en zamengesteld uit Leden van het Gemeentebestuur en uit
kunstkenners; als nieuwe maatregel hebben wij bepaald, dat
de Commissie voortaan zou bestaan uit den heer Burge
meester, twee Leden van den Gemeenteraad, een Lid uit de
Ingezetenen kunstliefhebbers, een Lid uit den Raad van
Bestuur der ’s Gravenhaagsche Teekenacademie en twee Leden
van Mahj.ard en voor beide stukken werden kostbare de-
coratiën vervaardigd en muzijk aangekochtwaarvan de eigen
dom het magazijn en de bibliotheek der Gemeente vergroot.
Zoo veel mogelijk hebben wij getracht de belangrijke opoffe
ringen, welke de Gemeente zich voor den schouwburg ge
troost, te doen strekken tot de instandhouding van het too-
neel en tot bevordering van den goeden smaak bij het publiek.
De rigting van het fransch tooneel maakt het echter niet
gemakkelijk hieraan altijd de hand te houden, maar wat in
onze magt staat wordt tot bereiking van dat doel en tot
wering van hetgeen daarmede in strijd is, aangewend.
Ten aanzien der lijst van de verzamelingen van schilder
en beeldhouwkunst, natuur- en scheikundige voorwerpen,
oudheidkunde, munten enz. in onze Gemeente, verwijzen wij
kortheidshalve naar het Gemeenteverslag over 1856, pag. 56,
daarbij vermeldende dat in die lijst geene verandering is ge
komen.
In 1857 werden alhier de navolgende Tentoonstellingen
gehouden
6