86 men niet over het hoofd ziendat de winter van 1857 van weinig belang is geweestdat de levensmiddelen hoewel altijd nog hoog in prijstoch in vergelijking met vorige jaren minder duur warendat de zachte winter bijna gedurende het geheele jaar het verrigten van vele werkzaamheden heeft toegelatendat te Scheveningen vooral de aard van het jaargetijde van grooten invloed op de behoefte is en dat dus aldaar het gebrek veel minder nijpend is geweest dan men mogt voorzien. Dat alles moet hij de beschouwing van den toestand van het armwezen worden in aanmerking genomen en in de weegschaal gelegd tegenover mindere behoefte, en wie zal het ontkennen, dat het daarbij moeijelijk wordt te verklaren of werkelijk in dien toestand voor- of achteruitgang is te bespeuren Een blik op de cijfersachter dit Hoofdstuk en ook als Bijlage F medegedeeld en ontleend aan de statistieke Staten welke elk jaar omtrent het armwezen opgemaakt worden zal U de overtuiging schenken dat de ontvangsen en uitgaven bij de armen-administratiën in den regel niet toegenomen zijn, alhoewel de opbrengst der collecten bij de Diaconiën vrij algemeen meerder waren dan vroegerdoch dat de vermindering der inkomsten grootendeels het gevolg is der afneming van het cijfer der subsidiënen nu rijst als van zelve de vraag, of men mindere uitgave bij de Armbe sturen die het gevolg is van beperkter ontvang en dus van inkrimping of bezuiniginginderdaad als bewijs van vooruitgang mag aannemen Het overzigt door de Com missie uit den Raad over de rekeningen der gesubsidieerde armen-administratiën gegeven (zie Bijblad van 1857, pag. 73), zou dit zelfs eenigzins doen betwijfelen wordende daarbij ten aanzien van sommigen gewag gemaakt van blijvende nadeelige saldo’sveroorzaakt door gebrek aan verband tus- schen de toeneming der collecten en inschrijvingen en de vermindering der subsidiënen zulks onaangezien volgens 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1857 | | pagina 86