I (Mi
HOOFDSTUK XI.
Ciemcente-Politic.
a.
14’. Wasch- en badinrigting.
Over den algemeenen toestand der Politie kunnen wij
voldoende berigten geven, daar zij, niettegenstaande de be
perktheid van haar personeeldoor vermeerderde krachtsin
spanning in staat is geweest om, onaangezien de uitbreiding
van de Gemeente en de toeneming van het cijfer der bevol
king, in de dienst te voorzien. Wat hare inrigting betreft,
kunnen wij mededeelendat de heer Burgemeester bij zijne
optreding als hoofd der Gemeente-Politie eene nieuwe ver-
deeling en regeling van de werkzaamheden heeft ingevoerd
waardoor de Hoofdcommissaris van Politie J. A. Waldeck
meer bepaaldelijk zich wijden kon aan de justitiële zaken
en de administratie der vreemdelingende Commissaris
F. J. Behr met de regeling der politie te Scheveningen
belast bleef en zich de waarneming van het Openbaar
Ministerie bij het Kantongeregt opgedragen zagen de
Commissaris P. F. Blom belast werd met de Gemeente-
Politie. In die regeling, welke den löden Julij werd in
gevoerd, moest, ten gevolge eener voortdurende ongesteldheid
van den heer Behb verandering gebragt wordenzoodat
de heer Waldeck sedert den Isten Augustus weder de
waarneming van het Openbaar Ministerie bij het Kanton
geregt heeft overgenomen.
Die regeling heeft gunstig op den algemeenen toestand
der Politie gewerkt, en daarvan genieten de ingezetenen de
(Wij vermeeuen hier te mogen verwij
zen naar hetgeen over deze inrigting reeds
gezegd is in het Vide Hoofdstuk.) (Zie
pag. 52.)
OPENBAKE VEILIGHEID.