ns
d.
en
19,678,850
de Loosduinsche en Wateringsche vaart tot aan de Samwels-
brug, is verpacht voor drie jaren waarvan het jaar 1858
het tweede was.
Uit de berigten hieromtrentwelke wij aan de welwil
lendheid der Kamer van Koophandel en Fabrieken te dan
ken hebbenontleenen wij de navolgende bijzonderheden
De Scheveningsche visschersvloot breidde zich in 1858
aanzienlijk uit, daar zij 135 pinken en 16 booten, en dus
in het geheel 151 schuiten in de vaart had, hetwelk tegen
over het jaar 1857 eene vermeerdering aanwijst van 21
schuiten.
De bemanning der vloot bestond uit 1200 koppen
dus uit 160 koppen meer dan in het vorige jaar.
De vangst was
ongunstige wederveel minder dan in
Toen werden aangebragt
terwijl in 1858 bij een grooter aantal
schuiten slechts werden gevangen
hetwelk een nadeelig verschil oplevert
van
Ook de besomming was
Zij bedroeg jn 1857
en in 1858 slechts
2,641,150
dientengevolge veel minder.
f 356,560.90
- 326,853.79
nadeelig verschil f 29,707.11
Uit deze cijfers is evenwel tevens merkbaar, dat de prijs
van den haring niet is gedaald.
De versche vischvangst was eveneens minder voordeelig
dan in het voorgaande jaar, want in' 1857 werd daarmede
besomd850,573.95
en in 1858 niet meer dan- 304,655.16
zoodat ook hierdoor een te kort ontstaat van f 45,918.79
echter, hoofdzakelijk ten gevolge van het
1857.
22,320,000 stuks
VISSCHERIJ BUITENGAATS.
ff
ff