122 fabriekmatige nijverheid een levendiger ondernemingsgeest zich laat waarnemen, dan men bij den eersten oogopslag zou verwachten. Veel dragen daartoe bij de pogingen der Vereeniging ter bevordering van Fabriek- en Handwerk nijverheid in Nederland, die hoofdzakelijk door ’s Graven- haagsche fabriekanten wordt bestuurd, n Die meening geheel als de onze overnemende, willen wij volgaarne het nut erkennen dat door gemelde Vereeniging voortdurend gesticht wordt, en wij behoeven, om tot de overtuiging daarvan te brengenslechts te wijzen op hare bijeenkomsten, waarin de belangrijkste onderwerpen in be trekking tot de nijverheid behandeld worden; op hare lees- inrigting voor industriëlen, waardoor zij de voor den hand werksman zoo noodige wetenschappelijke kennis tracht te verspreiden, en op hare school, die, hoewel met ondergang bedreigd, evenwel de behoefte aan industrieel onderwijs zoo danig heeft doen uitkomendat aan onze academie dat onderwijs zal overgenomen worden. Maar niet de Vereeniging alleen was het, waaraan men de ontwikkeling der nijverheid in onze Gemeente te danken heeft; de Kamer van Koop handel en Fabrieken heeft door hare ijverige pogingen tot bevordering van al wat de nijverheid voordeelig en tot wegneming van hetgeen haar nadeelig kon zijn, veel bijge dragen tot haren bloei en de kamer zalwij houden er ons verzekerd vanhare taak nog niet voor afgedaan beschouwen. Bij de verkiezing van twee leden der Kamer van Koop handel en Fabrieken op den 25sten November 1858werden de aftredende heeren W. J. van Heijnsbergen en J. B. Maxwils dadelijk herkozenzoodat de Kamer zamengesteld bleef zoo als zij tot heden was. Wij blijven haar de belangen van onze Gemeente krachtig aanbevelenhet vooruitzigt op de moge lijkheid tot daarstelling van eene Zeehaven te Scheeeningen alsmede de toekomstige verbinding van 's Gravenhage aan het groote spoorwegnet, op welke wijze die ook plaats moge

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1858 | | pagina 122