125
De Bijlage lett. N bevat een kort overzigt van het ge
keurde slagtvee en vleesch binnen de Gemeente, waaruit
blijkt, dat doorgaande het gebruik van vleesch en vooral
van schapenvleesch is toegenomen. Verder is ons door den
eersten keurmeester van het vleesch in zijn jaarlijksch Rap
port medegedeeld, dat de staat der aangeveerd wordende vee-
koppels jaarlijks verbetert, zoodat gedurende het jaar 1858
geen levend ingevoerd slagtvee is behoeven afgewezen te worden.
Het verschil tusschen de cijfers van het ter slagting
ingevoerde en van het geslagte vee in den staat, Bijlage
lett. N, ontstaat door het op de stallen aanwezige vee bij
het begin en het einde des jaars. Onder het ingevoerde
vleesch is ook opgenomen het gerookt vleesch enz.
Nog nimmer was het getal der ponden afgekeurd vleesch
zóó aanzienlijk als in 1858; het bestond uit rund-, kalfs-,
schapen-, varkens- en paardenvleeschen werd afgekeurd
in vleeschwinkelsbij spekslagers, aan de posten van invoer
en op de publieke straat.
Bij grooten invoer waren de prijzen van het slagtvee en
vleesch, vooral in de herfst, over het algemeen laag en
bijzonder de tweede qualiteit, ten gevolge der algemeene
opruiming van vee, noodzakelijk geworden door deschaarschte
van gras en hooi.
In den loop van het jaar 1858 zijn geene overtredingen
der verordening op den verkoop van vleesch vervolgd ge
worden. Het getal vleeschwinkels in de Gemeente, bedroeg
op den Sisten December 1858 een-en-vijftig.
Na deze bijzonderheden omtrent den vleeschhandel, die
wij bij gebrek aan de noodige opgaven natuurlijk niet
omtrent andere gedeelten van den kleinhandel kunnen geven,
mogen wij de algemeene beschouwing der Kamer van Koop
handel en Fabrieken ten aanzien van den handel niet terug
houden. Naar haar gevoelen heeft de handelzoowel in
het groot als in het kleinalles te zamen genomenin 1858