128
toepassing op onze Gemeente.
HOOFDSTUK
XVI.
a.
Inrigtingenin verband staande met de uit
oefening van handel en andere bedreven.
Onze opmerkingen omtrent de middelen van vervoer te
water kunnen niet dan onbeduidend zijnomdat de zaak
zelve tegenwoordigwat de trekschuiten aangaatniet veel
beteekenend is enwat de pakschuiten betreftweinig bij
zonders heeft opgeleverd.
De bestaande schuitendiensten zijn gebleken voldoende
te ziju en daarin is ook geene verandering gekomen. Alleen
werd eene nieuwe dienst in het leven geroepen die name
lijk op Scheveningen. Zij werd door de veerschippers van
Dit onderwerp is niet van
Met betrekking tot de handhaving der bestaande Veror
deningen op de maten en gewigten kunnen wij mededeelen,
dat de herijk geregeld heeft plaats gehad en dat de ijkplig-
tigen getrouw aan hunne verpligtingen hebben voldaan.
Het getal der geconstateerde overtredingen heeft 46 be
dragen; met andere Gemeenten vergeleken, is dit cijfer
gering, hoewel het veel meer is dan in vroegere jaren.
die daarbij werkzaam waren, is toegenomen tot veertig en
dus met tien vermeerderd.
Op den Isten Januarij stonden op die werven drie sche
pen op stapel en in den loop van dat jaar werden nog
vijftien schepen op stapel gezetterwijl een gelijk getal
schepen in dat tijdsverloop van stapel liepen.
MATEN EN GEWIGTEN.
b. MIDDELEN VAN VERVOER TE WATER.
d. BIIITENLANDSCHE SCHEEPVAART.