130 Na de opheffing der broodzetting hier ter stede zouden wij over dit onderwerp niet meer te spreken hebbenware het niet, dat die opheffing altijd slechts bij wijze van proef was bepaald en wij hierin eene reden vinden om de aan dacht er op gevestigd te houden. Ten einde de werking der opheffing na te gaan, gaven wij in het vorig Verslag 1858 onze Gemeente bezochtwas 4564 alle omstandigheden in aanmerking nemende lijk. Hieraan waren de bestaande middelen van vervoer te lande en met name de spoorwegen zeer bevorderlijkwant de dienst langs die wegen heeft ons geene stof tot aan merkingen opgeleverd. Ook de weinige nog bestaande diligencediensten vonden genoegzame deelneming om zich te kunnen staande houden en wederkeerig voldeden zij dermate aan hare verpligtingen dat het publiek door hare instandhouding werd gebaat. Geene nieuwe concession voor diensten tot vervoer te lande van reizigers en goederen werden in 1858 verleend, evenmin als zoodanige concessiën ingetrokken werden. De omnibusdienst naar Scheveningen van J. P. Koens Jr. heeft voor de ingezetenen en vreemdelingen veel nut opge leverd en was ooknaar wij vermeen envoor de onderne mers voordeelig. de zeehaven te Scheveningendan opent zich voor onze Gemeente een helder verschietwant wij deelen volkomen in de overtuiging der Kamer van Koophandel, dat een uit nemend groot belang voor den handel en de nijverheid voor alle klassen van ingezetenen zich aan die toekomst ver bindt. Maar ons Verslag roept ons tot het tegenwoordige terug, en gelukkig mogen wij dat op zich zelf reeds niet ongun stig heeten het getal vreemdelingen (buitenlanders), dat in en dat getal is zeer aanzien- d. BROODZETTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1858 | | pagina 130