132
den Gemeente-
Aldus uitgebragt in de Vergadering van
raad van den 19den April 1859.
F. G. A. GEVERS DEYNOOT,
Burgemeester.
P. W1NTGENS.
Secretaris.
En hiermede is ons Verslag over den toestand der Ge
meente ten einde gebragt: wel moesten wij bij den rijkdom
der stofte, die te behandelen viel, over sommige punten,
wier nadere beschouwing of ontwikkeling belangrijk kon
zijnvlugtig henenloopen maar wij hebben toch getracht
de waarheid aan U mede te deelen. In die overtuiging
achten wij ons gelukkig als den algemeenen indruk van
ons Verslag over 1858 te kunnen aangeven, dat de toestand
der Gemeente gunstig was, en wij vleijen ons dat het jaar
1859 eene even verblijdende uitkomst moge opleveren.
geene klagten bij ons zijn ingekomenen dat geene over
tredingen dier verordeningen in het jaar 1858 werden ge
constateerd.