19 B. .J'l C. Verandering in het personeel der Geneeskunstoefeuaren. Vermeerdering Medicinae Doctores: K. Krul. J. A. Moll. Inmiddels mag men, in weerwil dezer aanmerkingen, deze Ge meente bij vele anderen vergelekenin het algemeen uit een niet al te ongunstig oogpunt betrekkelijk de openbare gezondheid be- oordeelen, aangezien de bevolking, uit de aanteekeningen bij de Commissie bekend, met een aantal van 783 zielen vermeerderd is geworden. Echter de oorzaken, die ook daartoe hebben medege- gewerkt en niet in den behoeftigen stand moeten gezocht worden, liggen buiten den aard van het Verslag. Maatregelen ter voorkoming en genezing van Ziekten. Hoezeer het eensdeels uit den inhoud des vorigen Hoofdstuks gebleken isdat erbij afwezigheid eener bepaalde epidemische ziektevan wege de Commissie geene maatregelen ter voorko ming of genezing van ziekten aan het oordeel van UEdel Acht baren behooren te worden onderworpenzoo meent zij nogtans UEdel Achtbaren’s aandacht te mogen vestigen op de aldaar op gegeven oorzaken, die, naar haar bescheiden gevoelen, de boven genoemde neiging tot Typheuse koortsen schijnen te onderhouden in wier wegneming of opheffing de grond zou kunnen gelegd worden ter verbetering van den toestand der openbare gezond heid binnen deze Gemeente. Anderdeels mag zij aangaande de voortdurend waargenomene kinderpokkenniet zonder eenige voldoening ter kennis van UEdel Achtbaren brengen dat er in den loop van dit jaar, door den ijver der gezamenlijke geneeskunstoefenaren alhier, 1580 kinderen met de koepokstof, als maatregel van voorzorg tegen de kinder ziekte, zijn ingeënt geworden. Overigens betuigt de Commissie hare bereidvaardigheid om met UEdel Achtbaren mede te werkenbetrekkelijk al zulke onder werpen die den ligchamelijken toestand der bevolking zouden kunnen verbeteren of op haren toestand gunstiger invloed kunnen uitoefenen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1858 | | pagina 150