21 De Plaatselijke Commissie is dienaangaande buiten staat eenige officiële mededeelingwelker naauwkeurigheid ter barer verant woording zou moeten komente doen. E. Overzigt van den toestand der zoogenaamde Gast- of Zieken huizen en Krankzinnigengestichtenmet opgave van het aantal lijders daarin opgenomen, ontslagen (inge deeld in niet-verbeterdverbeterd en hersteld) en overleden. humane leden, maar ook de Gemeente van een barer welwillendste en hulpvaardigste pharmaceuten beroofd heeft. Ter voorziening in de bestaande vacature het voorschrift bij art. 2 der Verordening voor de Commissie van Plaatselijk Ge neeskundig toezigt in acht genomen hebbende, was de Commissie in de zamenstelling eener lijst van aanbeveling niet zeer gelukkig. Velen toch dergenen onder de heeren Apothekersdie ten dien einde voorgedragen werdendoch verlangden buiten aanmerking te blij ven deden onwillekeurig de keuzedoor den Raad der Gemeente uit te brengen vertragen derwijze dat eerst in de maand No vember de vacature, bij verkiezing van den Raad, door den heer J. C. Th. Vigelius, Apotheker alhier, kon vervuld worden. Ter vergaderingtot deze beëediging en installatie bestemd werd de Commissie andermaal verpligt eene lijst van aanbeveling op te maken ten einde in de aanstaande vacature te voorzien welke op ultimo December zou plaats hebben door het aftreden van den heer Apothekar Vrijdag Zijnen, die ofschoon herkies baar, nogtans bij missive aan UEdel Achtbaren zoowel als aan de Commissie verzocht had buiten aanmerking te blijven. De Com missie wijders in overweging genomen hebbende de jaarlijksche aftreding van drie leden, heeft bij hare missive van den 8stenNo vember jl., de eer gehad UEdel Achtbaren te mogen berigten, dat de aftredende ledenDr. E. J. van Maanen en Chir. J. G. Vorstman, zich mede herkiesbaar gesteld hebbende, daartoe door den Edel Achtbaren Raad der Gemeente herkozen zijnterwijl de derde vacature vervuld is geworden door den heer Apothekar Z. J. de Langen welke als zoodanig in de eerstvolgende ver gadering zou beëedigd en geïnstalleerd worden en waaromtrent zij, bij missive van den 6den Januarij jl.de eer gehad heeft UEdel Achtbaren eerbiediglijk kennis te geven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1858 | | pagina 152