22 Het is geenszins ter harer kennis gekomendat die toestand van eene ongunstige zijde zou zijn gekenmerkt. Zij heeft de eer, UEdel Achtbaren eerbiedig te verwijzen op den inhoud van haar algemeen jaarlijksch Verslag, uitgebragt den 9den Februarij des jaars 1853, waarin tevens de gronden zijn opgenomen, die haar buiten de mogelijkheid gesteld hebben daar omtrent eenige mededeeling te doen. Opmerkingen. De Commissie neemt wijders eerbiedig de vrijheid, UEdel Acht baren te verwijzen naar hare uitgebragte opgave over 1851be treffende den gezondheidstoestand van het veebehoorende zulks tot de attributen der Provinciale Geneeskundige Commissiën in dit Rijk, die zich met de Commissie van Landbouw en de Plaatselijke Regeringen dienaangaande verstaan moeten. Omtrent de veeartsen kan de Plaatselijke Commissie geene op gave mededeelen aangezien zulks geheel buiten de bevoegdheid der Plaatselijke Geneeskundige Commissie ligt. Aldus naar waarheid opgemaakt en gearresteerd in hare gewone Vergadering van den 7den Februarij 1859. F. J. VAN MAANEN, President. J. G. VORSTMAN, Secretaris.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1858 | | pagina 153