30
bescheidende Plaatselijke
het
vastgesteld het zuiver bedrag der inkomsten van de
Hulponderwijzers en Onderwijze-
van de voldoening der bijdragen
lie kosten van het Onderwijs.
Hieromtrent kanbij gemis van
Schoolcommissie geene opgaven doen, dan alleen, dat den Isten
September 11. in werking zijn getreden de Verordeningen rege
lende het bedragde grondslagen en de invordering van
De Onderwijzers.
Het getal Hoofdonderwijzers is thans 7 dat der Hulponderwij
zers 24 en der Kweekelingen 24. Alle Hoofdonderwijzers hebben
vrije woning.
Twee personen, J. E. Kloesman en J. R. Arnold, hoewel de
vereischten missendenemenuit hoofde van het gebrek aan Hulp
onderwijzersdie betrekking waar.
Benoemingen van Hoofdonderwijzers zijn in 1858 niet geschied,
maar wel die van Hulponderwijzers. Geen hunner is geschorst
gewordenmaar wel is aan eenigen op eigen verzoek ontslag ver
leend. De veranderingenin het personeel voorgevallenblijken
uit de tabellenterwijl die in hunne inkomsten telken half jare
aan Burgemeester en Wethouders zijn medegedeeld.
Er zijn geene klagten ingekomen, dat de onderwijzers iets zou
den hebben geleerd, gedaan of toegelaten, wat strijdig is met
den eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige begrippen van
andersdenkenden
Voor zoo verre de Hoofd- en Hulponderwijzers ambten of be
dieningen bekleedenis hun daartoe door Gedeputeerde Staten
bij besluiten van den llden Augustus 1858, n°. 822sten Sep
tember 1858, n°. 6, en 19den October 1858, n°. 36, de noodige
goedkeuring verleenddoch is het verzoek van R. van Boeren
om tevens de betrekking van boekhouder eener reederij te be
kleeden als vallende onder de uitsluitingvervat in lid 2 van
art. 24 der W’et, afgewezen bij voormeld besluit van den 22sten
September 1858.
Geene pensioenen zijn verleend geworden, doch zijn, bij besluit
der Gedeputeerde Staten van den 19den October 1858, n°. 40,
onder voorbehoud van nader onderzoek goedgekeurd uwe besluiten,
waarbij was
thans dienstdoende Hoofd- en
ressen, ten einde tot grondslag
voor hun pensioen te strekken.