30
d.
gaan
1’.
Moet zulks ge-
het beginsel
voor dit onderwerp, onaan-
Kosten van het openbaar onderwijl.
Bij vergelijking van de onderdeden van dit artikel met
die van het vorig jaar, zal men ontwaren dat de bedragen
daarvan zich bijna gelijk gebleven zijn en dat het eenige
verschil daarbij bestaat in de kosten van het onderhoud der
scholenwelke in 1858 ruim f 2300 minder hebben bedra
gen. Wij hebben tot toelichting daarvan slechts te herin
neren dat onder dat bedrag in 1857 opgenomen was het
bouwen van eenen nieuwen vleugel aan de bewaarschool te
Scheveningenterwijl in 1858 aan geen der schoolgebouwen
eene belangrijke vernieuwing gevorderd werd.
e. Uitgaven voor inrigtingen tot bevordering van kunsten
en wetenschappen.
Om deze rubriek meer volledig te maken, is daaronder nu
ook opgenomen de schouwburg, en hieraan is de belangrijke
vermeerdering van dit cijfer met ruim ƒ40,000 toe te schrijven.
f. Toelagen voor onderstand van behoeftigen en liefdadige
instellingen.
De vermeerdering der uitgaven
gezien de vermindering welke de spijsuitdeeling heeft onder
en dietoegepast op de subsidiën aan de Armbesturen
moet aan de volgende oorzaken worden toegeschreven
De kosten van verpleging van arme krankzinnigen
nemen steeds toezoodat het jaar 1858 daarvoor
f 2,222 meer aanwijst dan 1857.
deeltelijk worden toegeschreven aan het beginsel om
alle verplegingskosten van krankzinnigenook die
vroeger door het Gemeente-armbestuur gedragen wer
den op dezen post te verantwoordenvoorzeker
dragen daartoe ook bij het beginsel der Armenwet
omtrent het onderstandsdomicilie en het begripdat
deze verpleging geen onderstand maar politiezorg is,
terwijl die ook juist de opneming in de meeste
gevallen verpligtend maakt;